DOCs en FAQs
Loods 22
-
Deze documenten kan je downloaden:
-
Wat is een casco loft?
"Casco" duidt op de staat van afwerking. Wie een casco loft koopt, krijgt een wind- en waterdichte loft waarin alle leidingen en afvoerbuizen aanwezig zijn. Alle technische aansluitingen zijn dus gemaakt: water, gas, elektriciteit, teledistributie (telenet), telefonie en rioleringsaansluiting. Ter hoogte van het dak zijn er ook aansluitingen voor een open haard, gaswandketel, verluchting, dampkap en sanitaire ontluchting. We voorzien op de terrassen zelfs een kraantje en een stopcontact (je moet ze wel aan de binnenzijde nog aansluiten op jouw water- en electricteitsnet), zodat je zelf de buitengevel niet hoeft te doorboren. Je kan dus alles aansluiten in je loft, zonder daarvoor bij je buren te hoeven aankloppen of in de gangen van het gebouw te moeten werken.
Onze filosofie rond CASCO is dat we alles voorzien wat je zou kunnen nodig hebben aan aansluitmogelijkheden. Anderzijds bouwen we niets dat je (deels) terug zou moeten afbreken. Dat is b.v. de reden waarom we geen duplex vloeren bouwen in de lofts. Duplexvloeren kunnen immers in functie van jouw interieur andere diktes hebben, uit andere materialen bestaan, een andere hoogte hebben en lokaal helemaal achterwege gelaten worden om monumentale 'vides' (dubbele hoogte) te maken.
De inrichting en afwerking van je loft kan je vervolgens volledig volgens je eigen smaak invullen. Je kiest niet alleen je eigen vloer, keuken- en badkamerinrichting, maar ook de indeling van de kamers en ook of je bijvoorbeeld hoge plafonds of twee verdiepen wil. De mogelijkheden zijn eindeloos!
-
Wie helpt er met de inrichting van mijn loft?
Wie een loft koopt in LOODS 22 of 23 is VERPLICHT een architect naar keuze onder de arm te nemen voor de verdere inrichting. Bij het inrichten van de loft sta je dus nooit alleen, jouw architect helpt je de loft naar jouw smaak in te vullen.
De keuze van architect en aannemers is volledig vrij, maar wij kunnen op jouw vraag mensen voorstellen. Zo zijn, bijvoorbeeld, de aannemers die voor ons aan LOODSEN 22 en 23 hebben gewerkt een mogelijke keuze. Zij hebben veel ervaring met het gebouw en zijn steeds geïnteresseerd om bijkomende lofts in te richten. Je zal snel de juiste mensen vinden voor de inrichting van jouw loft!
Een bijkomend voordeel - vooral voor technieken (elektriciteit, verwarming, sanitair etc.) - om met de aannemers van het gebouw te werken is dat er nooit discussie kan onstaan tussen aannemers onderling. Het over en weer schuiven van verantwoordelijkheden in de bouw is een veel voorkomend ongemak voor de bouwheer: als er b.v. een lek is in je loft zal de aannemer van jouw privé installaties gauw wijzen naar onze aannemers en omgekeerd. Als dat dezelfde aannemer is, doet zich dat probleem nooit voor.
-
Waarom bouwt LOCUS DEVELOPMENTS de duplexvloeren in de lofts op de verdieping niet?
Duplexvloeren kunnen in functie van jouw interieur andere diktes hebben (b.v. vloerpakket 200 mm of 300 mm), uit andere materialen bestaan (met chapes of volledig uit hout), een andere hoogte hebben (je duplex kan op 2,75 m maar ook op 3,00 m liggen) en lokaal helemaal achterwege gelaten worden om monumentale 'vides' (dubbele hoogte) te maken. Ook om trappen te plaatsen moet je voorzieningen treffen bij de constructie van de duplex.
Kortom, mochten wij de duplexen in de lofts bouwen dan zouden we je mogelijkheden enorm beperken. De kans is erg groot (>95%) dat je ons zou vragen om de nieuw gebouwde duplex (minstens deels) terug af te breken. Dat is weggegooid geld en materiaal en dus verre van duurzaam!
-
Hoe en waar lopen de kabelgoten in de gelijkvloerse (kantoor)lofts en hoe gebruik je die?
Een antwoord op deze vraag vind je hier binnenkort.
-
Hoe worden de oppervlaktes die bij de verschillende lofts staan gemeten?
De oppervlaktes die bij de verschillende lofts en ruimtes staan zijn bruikbare bruto vloeroppervlaktes, die werden opgemeten door de architecten en vervolgens gecontroleerd en bevestigd door een beëdigd landmeter. De oppervlaktes zijn bruto maten, waarbij de dikte van wanden of muren meegeteld worden in de berekeningen. Voor een wand tussen 2 privatieven wordt de helft van de dikte van de wand aan elk privatief toegekend. De scheidingslijn loopt in het midden van de gemeenschappelijke muur. Is de wand een scheiding tussen een privatief (b.v. je loft) en een gemeenschappelijk deel (b.v. de gemeenschappelijke gang), dan wordt de hele dikte van de wand meegerekend in het privatief. Deze meting is de gebruikelijke manier van meten en rekenen.
De duplexen van de lofts op de eerste verdieping worden - ondanks dat we de duplexen niet bouwen - meegerekend in de oppervlakte. Het zijn immers oppervlaktes die je integraal effectief kan gebruiken. We meten daarbij niet de gehele oppervlakte dan wel enkel dat deel van de duplex waar je recht kan staan (minimum ongeveer 1,80 meter als je de vloer van je duplex gelijk legt met de bovenkant van de trekker onderaan van het Polonceauspant in je loft - we leggen het je graag ter plaatse uit). Dit geeft ons een eerlijke verdeling van de grootte van de lofts en een eerlijke inschatting van de maximaal realiseerbare bruikbare vloeroppervlakte van je loft. Op basis van deze oppervlaktes worden tevens de eenheden in de gemeenschap van het gebouw bepaald. Volgens deze eenheden betaal je mee aan de gemeenschappelijke kosten van het gebouw ("de syndic"). Het zou oneerlijk zijn dat iemand die een kleinere duplex bouwt binnen zijn/haar loft daarom minder gemeenschappelijke kosten zou moeten betalen. Deze manier van meten werd ook zo toegepast in de projecten Big Ben Lofthouse, Big Apple Lofthouse en NEO (tegenover de loodsen 22 en 23).
-
Welke gemeenschappelijke kosten (syndicus) moet ik betalen?
De gemeenschappelijke kosten verbonden aan een loft of ruimte in LOODSEN 22 of 23 zijn niet hoger dan voor een ander woon- of kantoorgebouw. We hanteren trouwens het principe dat je enkel meebetaalt voor wat je effectief kan gebruiken. De gelijkvloerse lofts of kantoren hebben geen toegang tot de lift(en) en betalen dan ook niet mee aan het gebruik en onderhoud ervan. Anderzijds maken enkel de gelijkvloerse ruimtes en lofts gebruik van een gemeenschappelijk stookplaats en -systeem. Daar betalen de eigenaars van de lofts op de eerste verdieping dan weer niet aan mee.
De minimale gemeenschappelijke kosten zijn: erelonen van de syndicus (alle privatieven), verzekering (alle privatieven), verbruik (voor verlichting) en onderhoud van de gemene delen (enkel privatieven eerste verdieping), onderhoud van liften (privatieven eerste verdieping), verwarming (enkel privatieven gelijkvloers). De mede-eigenaars zelf van de gebouwen LOODSEN 22 en 23 kunnen in hun algemene vergadering eventueel nog over bijkomende opdrachten beslissen (b.v. gemeenschappelijke ramenwas).
De enige uitzonderlijke kost specifiek voor de LOODSEN 22 en 23 zijn de buitenschilderwerken. Om de 7 - 10 jaar (moeilijk te voorspellen) dienen alle stalen elementen die buiten staan minstens een onderhoud van de schilderwerken te krijgen. Gezien het om een beschermde structuur gaat, zijn voor deze werken evenwel onderhoudspremies verkrijgbaar bij de overheid (Onroerend Erfgoed). Gespreid over dergelijk lange periodes en door de betoelaging vallen deze kosten evenwel nog mee. Deze schilderwerken zijn ook typisch voor wereldberoemde stalen bouwwerken zoals de Brooklyn Bridge in New York en de Eiffeltoren in Parijs.